Auteur: <span>Michelle de Vries</span>

rots&water

Rots en Water training

In samenwerking met Marieke Duits kunnen we vanaf september ook Rots en Water trainingen aanbieden. Super om, naast de reguliere behandelingen en behandelmethodieken, ook op een ervaringsgerichte manier door middel van beweging te werken. Dit kan in een groepje maar ook individueel, en zelfs op school met de hele klas worden gegeven.

Een hele leuke en goede aanvulling op de praktijk.

Marieke Duits is gecertificeerd Rots en Water trainer (www.rotsenwater.nl)

Ze heeft veel ervaring in het geven van trainingen en het coachen van kinderen, jongeren en volwassenen. Met haar energie en enthousiasme is ze een fijne aanvulling op het team van Boemerang Kids.

Boemerang Kids ‘2-MOVE’

Intelligentietest in een nieuw Jasje: de WISC-V

Begin dit jaar is eindelijk de nieuwe versie van de meest gebruikte en bekendste intelligentietest “ de WISC” uitgekomen. Sinds 2002 gebruikten we in Nederland de WISC-III, waarna we dus lang hebben moeten wachten voor de test vernieuwd werd. In andere landen is de WISC-IV nog wel uitgekomen maar in Nederland hebben we die overgeslagen.

We zijn erg blij dat de test eindelijk is vernieuwd, want de vragen en het materiaal raakten echt wel wat verouderd. Met de maatschappij en techniek die zo snel veranderd kun je je voorstellen dat onder andere de kennisvragen in een test van ruim 25 jaar oud (in het Nederlands is hij later vertaald) ook snel gedateerd zullen zijn!
Ook het materiaal was aan een opfris beurtje toe 😉 de plaatjes en afbeeldingen zijn nu mooier en meer van ‘nu’ en er is zelf een mogelijkheid om de test per I-pad af te nemen. Waardoor het nog beter aansluit bij de kinderen en maatschappij van tegenwoordig.

Maar naast deze ‘ uiterlijke’ en praktische vernieuwingen is er nog een erg groot verschil: de theorie van waaruit de test is opgebouwd is ook met zijn tijd mee gegaan. Waar in de ‘ oude versie’ nog vooral werd gekeken naar het verschil in verbaal en performaal, zijn er nu meer factoren die een beeld geven van de intelligentie en de vaardigheden van het kind. Ook is het op deze manier mogelijk om de vaardigheden nog beter te analyseren en geeft de test een breder beeld van de vaardigheden. Wat weer leidt tot eigenlijk het allerbelangrijkste van een test: de vertaling van de resultaten naar de praktijk en naar concrete handvatten!

Waarschijnlijk zal het even wennen zijn voor iedereen die gewend is intelligentie-onderzoeken te bespreken en interpreteren, omdat er toch vaak wordt gesproken naar het verbale en performale vlak. Maar ik ben ervan overtuigd dat scholen, naast de ouders uiteraard, er al snel ook zo enthousiast over zullen zijn omdat ze het kind nog beter kunnen begrijpen en begeleiden.

Boemerang Kids heeft ervoor gekozen dan ook meteen mee te gaan en zoveel mogelijk over te stappen op de vernieuwde WISC-V. In plaats van vast te houden aan de toch echt wel verouderde, maar wel vertrouwde, WISC-III versie.
Als u graag meer verdiepende informatie wilt over wat de WISC-V precies meet en hoe hij is opgebouwd, kunt u hier klikken.

Belonen en beloningssystemen

“Vooral heel veel belonen!” tja, dat horen ouders meestal erg vaak: wanneer ze tegen moeilijkheden aanlopen in de opvoeding van hun kind is dat een veelgebruikt advies.

 

Ik moet eerlijk zeggen dat ik het zelf ook regelmatig (mede) adviseer. Volgens onderzoeken binnen de gedragswetenschappen zijn hier veel onderzoeken naar gedaan. De gedragstherapie heeft hier dan ook zijn wortels in; de veel gebruikte methodiek even heel kort door de bocht:

Kinderen (okee niet alleen kinderen) leren gedrag aan door het wel of juist niet ervaren van een beloning: dit kan zijn een zeg maar “positieve beloning” zijn (bijvoorbeeld je krijgt iets leuks terug naar aanleiding van je gedrag), maar ook “negatieve beloning” (er blijft iets naar uit, door je gedrag). Dat positieve belonen is vaak goed te zien, maar de negatieve beloning is meestal niet zo 1-2-3 duidelijk. Een goed voorbeeld van wat ik vaak gebruik is dat van een jongen op de basisschool. Hij wil onder zijn rekenwerk uitkomen, waardoor hij andere kinderen  begint te plagen en af te leiden. Na een waarschuwing zet zijn juf hem op de gang: negatieve beloning is hierin dat hij zijn rekenwerk dus inderdaad niet hoeft te maken. En een positieve beloning zou er bovenop nog eens kunnen zijn dat hij lekker door de gang kan lopen bijvoorbeeld, drie keer raden dus wat hij de volgende keer zal doen als hij zijn schoolwerk niet wil maken…

 

Doordat kinderen beloond worden in wat ze doen, wordt het gedrag versterkt: zowel positief als negatief. Als je wilt dat kinderen hun gedragspatronen dus gaan veranderen kan een goed beloningssysteem hierbij daarom zeker helpen.

Hiernaast wil ik graag even opmerken dat kinderen met A(D)HD bijvoorbeeld extra gevoelig zijn voor directe beloningen en hier vaak meer behoefte aan hebben.

 

“Maar het gedrag moet op zich al een beloning zijn: zo zijn we minder boos en is het gezelliger in huis” of “ja, zo blijf ik bezig, dan gaat hij alleen nog maar dingen doen voor een beloning” zijn gedachtes en opmerkingen die ouders regelmatig hebben. Maar het is goed om te bedenken dat het oorspronkelijke gedrag (waar je dus als ouders graag vanaf wilt) op zijn manier wel werkt voor het kind (de redenen hiervoor kunnen erg verschillen en dat is soms wel belangrijk om ook uit te gaan vinden, maar daar gaat het hier nu even niet over). De motivatie om te veranderen is dus in het begin vooral een motivatie van ouders: zíj willen er verandering in! En om ook verandering teweeg te brengen, zal het kind in eerste instantie dus “externe motivatie” moeten hebben, waarna láter de interne motivatie volgt (als het kind daadwerkelijk zal ervaren dat het nieuwe, positieve gedrag zijn voordelen heeft en fijner is). Dus: begin vooral met een goed beloningssysteem, waardoor het kind gemotiveerd is om ook de verandering aan te willen gaan!

 

Hieronder probeer ik de 4 belangrijkste stappen uit te leggen voor een goed werkend beloningssysteem en als laatste geef ik een voorbeeld van een beloningssysteem die ik regelmatig inzet.

 

1) Maak concrete en haalbare doelen

Spreek vooral concreet gedrag en concrete doelen af. Wees heel duidelijk in het gedrag dat je wenst te zien. Dus niet “als we bij oma zijn dan gedraag je je”, maar “als we straks bij oma komen wil ik dat je met je auto’s gaat spelen en als je iets wilt bij mij komt om het te vragen”. Zorg ervoor dat je in kleine, overzichtelijk stappen werkt: bouw het op, zodat het kind wel de succeservaringen kan behalen en niet al bij voorbaat denkt dat het toch nooit gaat lukken. Bij veel kinderen kun je ook best samen de doelen stellen en opschrijven, dit versterkt daarna ook nog eens het effect en de motivatie van de kinderen. Maak de doelen ook positief! Dus geen doelen met “niet”, maar juist wat je dan wél wilt zien!

 

2) Kies beloningen en ‘straffen’ uit die makkelijk uit te voeren zijn

Kies of bespreek samen met je kind verschillende beloningen die makkelijk in te zetten zijn en voor het kind ook echt als beloning wordt ervaren. Bij voorkeur beloningen die geen geld kosten, maar waarbij aandacht een rol speelt. Ideetjes zijn: het toetje uitzoeken, samen naar de kinderboerderij, samen een spelletje doen na het eten, samen met papa/ mama naar het bos of speciale tijd samen, verzinnen wat we gaan eten, een bepaald programma kijken of de film uitzoeken, wat later naar bed…

Wanneer het om straffen gaat, waarbij ik veel liever het woord “consequenties” gebruik, geldt een beetje hetzelfde: zoek samen iets uit wat als niet leuk wordt ervaren, maar wel makkelijk ingezet kan worden. Bijvoorbeeld eerder naar bed, geen verhaaltje voor het slapen gaan, minder of geen Ipad tijd, een dag geen computer. Soms werkt het extra goed om zowel positieve als negatief gedrag te kunnen verwerken in het beloningssysteem, bijvoorbeeld stappen de berg op, of juist omlaag, of + en – punten.

Maar dit is ook erg kind-afhankelijk natuurlijk, wanneer een kind als goed genoeg gemotiveerd is bij alleen positief belonen kies hier dan voor! Het negeren van negatief gedrag en belonen van positief gedrag is ook een sterke methode om gedrag te veranderen!

 

3) Kies een overzichtelijk en werkzaam systeem: maak het visueel

Kies als volgt samen een systeem waarmee beide ouders goed kunnen werken en achter staan: iets dat werkt in jullie gezin! Maar ook met beloningen die voor jullie werken, waar je een langere tijd mee door kunt gaan en niet te veel verlangt van het gezin: probeer het vooral positief te maken! De kracht van een systeem zit voor een groot gedeelte door degenen die het uitvoeren: er zal veel meer winst te behalen zijn wanneer beide ouders er consequent mee werken dan alleen één van de ouders.

Maak het systeem daarna visueel: bijvoorbeeld door een blad aan de koelkast te hangen, de punten die te verzamelen/ in te leveren zijn als muntjes in een doorzichtig potje/ buis te stoppen, een berg te tekenen waarop kinderen met hun poppetje stapjes kunnen zetten (of stapjes terug zetten) en daarbij de beloningen aangegeven.

 

4) Consequent en duidelijk

Ga het daarna uitvoeren, wees hierin consequent en duidelijk! Geef duidelijk aan waarom het kind wel of geen beloning heeft verdient (geef een kind de mogelijkheid gedurende de dag nog wel beloningen te kunnen verdienen zodat hij ook na het mislukken van de ochtend nog wel een kans heeft) en richt je vooral overdreven op de momenten dat het goed gaat! Probeer de beloning ook direct te benoemen wanneer je goed gedrag ziet, en het liefste ook direct aan te geven op de kaart.

Wanneer je de beloningen vergeet, of de consequenties toch niet uitvoert gaat dit uiteraard ten koste van het effect, wat wel handig is om van te voren steeds een waarschuwing te geven: zo wordt het kind gewezen op de afspraak en is het meer een bewuste keuze wel of niet door te gaan met zijn gedrag.

Wees ook niet bang om dingen bij te stellen of aan te passen als je bezig bent en struikelblokken ervaart.

 

Het klok-systeem

Als laatste wil ik graag nog een beloningssysteem met jullie delen, als een soort van inspiratie. Dit heb ik al met veel ouders en kinderen gedaan en het werkt vaak goed en kan langere tijd ingezet worden.

Maak een klok, waarbij je in het midden de wijzer zet op een bepaald aantal minuten. Dit is de tijd dat een kind elke dag achter de Ipad/ computer mag (of naar bed moet, of nog mag lezen in bed). Zeg een half uur. Je wilt bijvoorbeeld minder discussies met je kind. Deze kan elk dagdeel dat het niet in discussie is gegaan, of na één waarschuwing is gestopt, 10 minuten tijd erbij ‘verdienen’, maar wanneer het wel in discussie gaat en na de 1e waarschuwing door gaat: dan gaat er 15 minuten van de tijd af (geef dit ook direct weer op de klok, dus zorg voor een draaibare wijzer bijvoorbeeld). Dit systeem werkt dus twee kanten op: bij goed gedrag is er wat te winnen, maar bij negatief gedrag ook wat te verliezen (vooral iets oudere kinderen zijn daar extra gevoelig voor, in plaats van alleen beloningen).

 

Uiteraard blijft het lastig en soms een uitdaging om je kind juist zó te motiveren dat het doet wat je graag wilt. Maar ik hoop dat bovenstaande punten wat meer handvatten geven om het makkelijker en doelgerichter in te zetten. Bij vragen hoor ik dat uiteraard graag, en soms kan het ook echt helpen om even samen met iemand naar het gedrag van je kind te kijken en even wat persoonlijke handvatten te krijgen om samen hierin weer in een positievere spiraal te komen.

Schroom dan niet om contact op te nemen!

Orthopedagoog… wat is dat nu eigenlijk precies?

Wat doet een orthopedagoog eigenlijk?

Als er wordt gevraagd wat ik voor werk doe en ik vertel mensen dat ik orthopedagoog ben, krijg ik vaak een vragende blik. Of opmerkingen als “wat leuk, dat is toch iets met voeten?” Begrijpelijk natuurlijk, want het de orthopedagoog is wat betreft benaming veel minder bekend dan bijvoorbeeld een kinderpsycholoog. Dus toen ik de keuze moest maken voor het post-master registratie traject, gelijk aan een meer bekende BIG registratie tot GZ-psycholoog, heb ik voor de ‘NIP- route’ gekozen en het traject tot Kinder-Jeugdpsycholoog NIP.

Maar, nu weer terug naar wat een orthopedagoog nu eigenlijk doet of is. Een orthopedagoog heeft een universitaire opleiding afgerond, pedagogische wetenschappen met de specialisatie orthopedagogiek. Waardoor er veel kennis is van de ontwikkeling, opvoeding en het gedrag (zowel de ‘normale’ ontwikkeling, als opvallend of afwijkend) van kinderen, maar ook op het gebied van stoornissen, psychische ontwikkeling en de ontwikkeling van het brein. De orthopedagoog verricht onderzoek bij kinderen met uiteenlopende moeilijkheden, zoals leerproblemen, gedragsproblemen, maar ook angsten, vermoedens van ADHD/ Autisme en bijvoorbeeld stemmingsstoornissen.

Hierbij worden er behandelingen gegeven aan deze kinderen, maar ook aan hun ouders of leerkrachten wordt ondersteuning en voorlichting gegeven.

 

Om kort te zijn kunnen ouders bij een orthopedagoog terecht in alle gevallen dat de opvoeding of ontwikkeling van een kind moeizamer of afwijkend verloopt of als er vragen zijn over de ontwikkeling of opvoeding van het kind. Een orthopedagoog richt zich op het kind en zijn of haar omgeving, er wordt altijd gekeken naar de kind-factoren en de omgevingsfactoren die gedrag of ontwikkeling verklaren en in stand houden. Dit in tegenstelling vaak tot een psycholoog, die meer gericht is op alleen het innerlijk en de kind-factoren.

 

Waar zijn orthopedagogen werkzaam?

Als orthopedagoog kun je op veel plekken werkzaam zijn. Een groot deel is werkzaam binnen het onderwijs, of binnen instellingen voor jeugdzorg. Maar ook op andere plekken zijn gedragswetenschappers zoals orthopedagogen aanwezig, zoals binnen gesloten instellingen, bij dyslexie-instituten, centrum Jeugd/Gezin en veel particuliere praktijken.

 

En die registratie tot Kinder-Jeugd Psycholoog?

Het registratietraject tot K/J-Psycholoog is vergelijkbaar met een GZ-psycholoog, of bij dokters de specialisaties na hun afgeronde basis-studie. Na het afstuderen ben je orthopedagoog, in mijn geval ook in het bezit van een Aantekening Diagnostiek, waarna je je verder kunt specialiseren. Door middel van verdiepende cursussen en trainingen, maar ook veel supervisie en het werken in de praktijk, laat je met die registratie zien dat je voldoende vaardigheden, ervaring en kennis/ontwikkeling hebt opgedaan om ook als hoofdbehandelaar binnen complexere settingen aan het werk te kunnen en eindverantwoordelijk te zijn voor orthopedagogen die onder je werken.

Voor mij persoonlijk ook een heel mooie manier om veel extra ervaring en cursussen te gaan doen en informatie en vaardigheden te leren. Waardoor je weer gemakkelijker en gerichter verschillende methodes in kunt zetten tijdens de behandeling, zoals onder andere:

– Cognitieve Gedragstherapie

– Oplossingsgerichte therapie

– EMDR (trauma-therapie)

– Theraplay

– Behandeling van Dyslectische kinderen

– Bikkeltrainingen kan geven

Door de supervisie en intervisie ben ik altijd in contact met beroepsgenoten en collega’s, waardoor je casussen en de behandelmethoden kunt bespreken en jezelf blijft ontwikkelen en groeien. Groei en ontwikkeling vind ik persoonlijk erg belangrijk: meegaan met de kennis van nu, de ontwikkelingen binnen de zorg en effectieve behandelmethodes houdt het werk afwisselend en leuk!

 

Ik hoop op deze manier iets meer te hebben uitgelegd van wat een orthopedagoog (in dit geval in Nijkerk) doet, wat de registratie Kinder-jeugdpsycholoog betekent en waarom je met zoveel verschillende moeilijkheden, problemen, maar ook gewoon vragen terecht kunt!

Bij vragen, schroom dan niet om contact op te nemen! Mailen is altijd vrijblijvend.

Cito-toetsen: wat zijn het precies en wat als je kind er minder op presteert dan verwacht?

CITO’s de toetsen die elk jaar weer terug komen!

Zo tegen het einde van het jaar, zit de helft van het schooljaar er alweer bijna op. En dat betekend dat de CITO toetsen van het midden van het schooljaar er weer aan komen. In januari/ februari zullen alle kinderen weer de bekende AVI teksten en de woordrijtjes van 1 minuut moeten lezen. De rekentoets staat weer op het programma, spelling en begrijpend lezen wordt afgenomen; dit alles om een beeld te krijgen van het niveau van het kind. In vergelijking met zichzelf, zijn klasgenootjes en het gemiddelde van Nederland.

 

In dit artikeltje wil ik aandacht besteden aan twee dingen:

  • allereerst een stukje uitleg van de scores van deze CITO’s, vaak zien ouders letters/ getallen staan waar ze het dan mee moeten doen. Maar wat betekent dit nu eigenlijk?
  • daarnaast wil ik wat aandacht besteden aan kinderen die hier tegenop zien, faalangstig zijn, of waarbij de CITO’s steeds maar lager uitvallen dan wat de leerkrachten en ouders verwachten.

 

Wat betekenen de scores en wat zijn CITO’s eigenlijk?

Veel scholen, bijna alle scholen, werken met de toetsen van CITO voor hun leerlingvolgsysteem. Naast de toetsen die kinderen het hele jaar maken en afhankelijk zijn van de lesmethode die wordt gebruikt (de methode-gebonden toetsen) nemen ze op gezette tijden de CITO’s af.

Dit zijn landelijke toetsen die volgens een toets-kalender worden afgenomen op het midden en het einde van een schooljaar. Voor kinderen die moeite hebben met bepaalde vakken kan er gekozen worden om andere toetsen af te nemen (een toets op hun niveau bijvoorbeeld als het kind achterloopt, of een aangepaste versie) maar over het algemeen wordt de M5 toets januari/februari groep 5 afgenomen en de E7 bijvoorbeeld in juni van groep 7.

De toetsen zijn genormeerd naar een landelijk gemiddelde, en hierdoor geven de scores ook vooral een beeld van de prestatie van het kind ten opzichte van het landelijke gemiddelde.

Het wordt aangegeven met letters A-E of met Romeinse cijfer I-V.

CITO scores
Normering van de CITO scores

 

Wanneer uw kind dus een C scoort valt hij hiermee in de groep van 25% kinderen die net onder het gemiddelde heeft gescoord. Een B score valt dus bij de 25% die boven het gemiddelde scoort. U kunt zich voorstellen dat uw kind dus ook op een paar antwoorden na een C-score heeft, dan is dit een hoge C score, maar dus ook weer anders dan een lage C-score. Het is dus (wanneer u vragen heeft of wanneer een score afwijkt van uw verwachting) altijd goed om navraag te doen bij de leerkracht hoe uw kind precies gescoord heeft en op welke gebieden de fouten lagen bijvoorbeeld.

De verdeling via Romeinse cijfers is iets anders dan die met letters, zoals u in bovenstaand figuur kunt zien. Het is dus ook van belang goed te kijken welke verdeling uw school gebruikt.

 

 

Kinderen met veel spanningen, faalangst of die minder presteren op de CITO toetsen.

Zoals u wellicht begrijpt zijn de CITO-toetsen en de toetsen die kinderen bij de methode vaker krijgen, vaak verschillen van elkaar. Hierdoor kunnen kinderen meer moeite hebben met de vraagstelling en antwoordmogelijkheden van CITO ten opzichte van de toetsen en vragen die ze als leerstof krijgen. Hierdoor kunnen kinderen op de CITO’s duidelijk minder goed scores, dan wat er van ze verwacht zou worden als je naar de lessen kijkt.

 

Er zijn ook kinderen die de CITO’s erg spannend vinden, er ligt een bepaalde nadruk op die toetsen, je wordt bij sommige taken uit de klas gehaald, bij weer anderen moet je in een boekje en een antwoordblad werken en kinderen weten vaak heel goed dat het ‘anders’ is en ‘belangrijk’. Kinderen met deze spanningen en faalangst kunnen goed geholpen worden door bijvoorbeeld een faalangsttraining, of het leren omgaan met spanningen. Vaak in een vijftal sessies kunnen kinderen handvatten krijgen om te relativeren, jezelf te leren kalmeren en de negatieve gedachtes leren omzetten.

 

Naast de kinderen die spanningen en faalangst minder goed presteren, kunnen ook de kinderen die moeite hebben met het begrijpend lezen/ de manier van vraagstelling en omgaan met multiple-choice vragen extra ondersteuning krijgen. Door een aantal sessies en oefeningen kunnen ze meer grip krijgen op de manier van vragen en antwoord geven. Waardoor het zelfvertrouwen zal groeien en kinderen beter zullen scoren op de CITO’s (uiteraard afhankelijk van de vaardigheden van het kind, maar ze zullen minder worden belemmerd door moeite met de vraagstelling en zich meer kunnen concentreren op de vragen en stof zelf).

 

Vaak kan een aantal sessies uw kind al sterker en zelfverzekerder maken, wat uw kind helpt met de toetsen die er aan gaan komen, maar ook in de toekomst uw kind zal helpen bij het maken van alle toetsen en opdrachten die nog gaan komen. Twijfel dan ook niet te lang, geef uw kind op of neem contact op voor meer informatie!

 

Ook wanneer u vragen heeft over het bovenstaande, of wanneer u zich afvraagt of de hulp geschikt kan zijn voor uw kind, kunt u altijd contact opnemen.

 

 

 

 

5 Tips tegen boze (vakantie) buien!

Vijf tips om de vakantie door te komen met kinderen zonder (al te veel) boze buien en strijd!

 

Leuk, hè, die zomervakantie? Lekker allemaal de hele dag thuis, broertjes en zusjes die fijn de hele dag bij elkaar in de buurt zijn. En als het mee zit zijn zowel papa als mama vrij: een nieuwe gezinsstructuur en rolverdeling vindt plaats, want buiten de vakanties om zijn beide ouders meestal niet gezamenlijk thuis! Tja, een klein beetje cynisme zit wel in het bovenstaande, want je kunt begrijpen dat het niet altijd zo makkelijk en harmonieus gaat. Ouders die moeten wennen aan de rolverdeling, of het lastig vinden om 24-7 de kids om zich heen te hebben, maar ook voor kinderen kan het wennen zijn, ruzies of boze buien opleveren. Vaak vooral de kinderen die al gevoeliger zijn voor veranderingen, maar ook kinderen die altijd al moeite hebben om hun emoties te reguleren (om te gaan met boosheid).

Thuis is het al een opgave en kan het spanningen opleveren als je kind veel boze buien heeft, maar op vakantie (of onderweg!) is het vaak extra vervelend. Vakantie “moet” toch leuk en gezellig zijn, en waarom wordt hij nu weer boos terwijl we zoveel leuke dingen hebben gedaan? Vragen die ik in de praktijk vaak hoor van ouders. Dus daarom 5 tips hoe om te gaan met de boze buien van je kind, of (beter nog) ze voor te zijn.

O, ja, stap één is het loslaten van de gedachte dat vakantie “leuk móet zijn” en daarna de frustratie als het je niet altijd lukt consequent te zijn, rustig te blijven, en de ideale en leukste ouder te zijn. 😉

De tips zijn verdeeld in twee leeftijdscategorieën, de leeftijdsaanduiding is uiteraard indicatief.

 

Kinderen tot ongeveer 6 jaar

 

1. Wees duidelijk en consequent in wat je van het kind vraagt en hoe je reageert.

Het is misschien een open deur, maar niets is zo belangrijk als consequent zijn naar je kind toe. Kinderen zoeken hun grens op, aan jou de taak om deze te stellen. Ook bij de boze buien van kinderen is die grens belangrijk. Geef duidelijk aan wat je verwacht van je kind. Het liefste al voordat het spanningen op kan leveren: als je duidelijk bent over wat je kind wel of niet mag, en wat je van hem verwacht, geeft dit vaak meer overzicht. Dus bijvoorbeeld tijdens eetmomenten: je wilt misschien dat je kinderen aan tafel blijven zitten, niet gaan spelen met hun eten, enz. Trek samen met je partner één lijn in de regels, en wees hierin ook duidelijk. Bij het corrigeren van gedrag moet je ook duidelijk zijn: kijk je zoon/dochter aan, praat op duidelijke taal geef kort en duidelijk aan wat je niet maar vooral ook wél wilt zien. Gaan ze door waarschuw dan nog een keer kort met daarbij genoemd de consequentie van als ze toch doorgaan. (uiteraard afhankelijk van de leeftijd, ik ga er hierbij vanuit dat je kindje wel oud genoeg is om te begrijpen dat iets wel/ niet mag). Daarna is het tijd voor actie; voer de consequentie dan ook uit: bijvoorbeeld apart zetten, van tafel af, op een stoeltje, even in de hoek… wat je ook maar bedacht en besproken hebt. Steun je partner hier ook in! Ook als je eigenlijk denkt dat het niet erg is, kom hierop terug als de kinderen er niet bij zijn, maar ga niet in discussie als één van de ouders bezig is met het kind.

Maak de “straf” niet te lang, en maak het bij goed gedrag weer goed: je blijft altijd van je kind houden, maar zijn gedrag vindt je op dat moment niet okee (maak dit ook duidelijk).

Als je een grens stelt houdt je hier dan ook aan! Kom er niet op terug in een boze bui, of blijf waarschuwen en waarschuwen… dit zorgt ervoor dat je kind leert dat het toch wel zijn zin krijgt, of dat je het toch niet doet. Oja, ga naar het kind toe! Blijf niet vanaf je stoel roepen naar het kind dat iets niet mag… dan komt het niet aan en gaat het langs ze heen (al dan niet bewust).

 

2. Zorg voor voorspelbaarheid, structuur en overzicht in je gedrag en de dagelijkse dingen.

Juist in de vakantie tijd is structuur en voorspelbaarheid vaak ver te zoeken. Uiteraard kan dit prima werken voor kinderen, maar er zijn ook zeker veel kinderen die daardoor eerder van slag zijn. Zorg ervoor dat je nog wel een dagelijkse structuur hebt en vaste momentjes, zoals eetmomentjes maar ook het slaapritueel. Ga niet van het ene op het andere moment weg of op pad, bereidt je kind hier op voor. Zorg dat je de activiteit afbouwt en de rust neemt om op pad te gaan (na het eten gaan we naar de supermarkt, of je mag nog even spelen maar als mama klaar is met de afwas gaan we met de auto weg).

Omdat er zoveel te doen is, is het gek genoeg voor sommige kinderen juist lastig om iets te gaan doen. Maak dit makkelijker voor ze door een paar dingen aan te bieden: een bak met duplo bijvoorbeeld en puzzels of boekjes. Of geef de keuze tussen naar het speeltuintje, met de bal spelen of … Wanneer je merkt dat je kind wat vermoeider is, of al sneller geïrriteerd geef hem dan een rustig plekje waar hij even kan spelen, of ga even gezellig samen een boekje lezen. Ook bij boze buien is het goed om een “afkoelplekje” te hebben waar je je kind kunt neerzetten om weer tot zichzelf te komen. Dit is geen strafplekje, maar echt even een rustige ruimte/ bedje/ zitkussen/… met wat boekjes of ander speelgoed waar er rust is.

 

3. Blijf zelf vooral rustig als je kind een bui heeft: ga er niet in mee en houd jezelf voor dat het “zijn boosheid” is en niet die van jou.

Lastig, maar wat vooral averecht werkt als je kind een boze bui heeft, is zelf ook boos of verhit raken. Eigenlijk is de regel “wanneer je zelf begint te schreeuwen of te dreigen ga je teveel mee”. Tijd om dan even af te koelen, tot tien te tellen. De boosheid van het kind te laten… okee ik begrijp dat dit heel lastig is en niet altijd zal lukken, maar de truc kan zijn om er niet te lang in mee te gaan en op tijd duidelijk te zijn, het kind weg te zetten, of in nood je partner om aflossing te vragen (ga je niet allebei tegelijk met het kind bemoeien, maar als het even niet gaat trek je terug en vraag je partner even om back-up).

Wanneer je je kind hebt weggezet op een plaats waar het even “uit kan razen” of als je hem even boos laat zijn (negeren), probeer je dan even niet druk te maken om de omgeving/ buren/ voorbijgangers. Meestal begrijpen ze het wel, of anders kun je het altijd even uitleggen.

 

4. Zorg voor afleiding op het juiste moment 😉

In de categorie “voorkomen is beter dan genezen”: zorg voor afleiding op het juiste moment! Zowel als je op een lange reis gaat: bereid je voor met afleidende spelletjes, liedjes, boekjes. Maar vooral op de momenten dat je een boze bui aan ziet komen, of aan ziet komen dat je kind iets gaat doen wat niet mag: dit is het moment dat je het nog om kunt keren! Dus stap op tijd in en leidt ze af!

 

5. “Pick your battles”

Maak niet overal een strijd van, dit leidt alleen maar tot een negatieve spiraal waar je in terecht komt. En dat is voor niemand fijn, niet voor jou als ouders, niet voor je kind en ook het gezin raakt erdoor beïnvloed. Zorg er daarom voor dat je “kiest”  welk gedrag je wel of niet aanpakt of “ziet”. Soms kun je het beste even wegkijken of iets niet zien, en ga niet alles bestraffen. Soms is het beter een alternatief aan te bieden, en dat dan lekker positief te bekrachtigen met aandacht en schouderklopjes.

Wees soms ook blij met dat ene kleine momentje dat ze even wel doen wat je vraag: zorg ervoor dat als je een grens stelt je hier ook bij blijft. Maar als dit dan even goed gaat (en het is al een strijd bijvoorbeeld) wees dan positief bij dat ene moment. 😉 bijvoorbeeld bij het opruimen: je wilt dat je kinderen de duplo opruimen, als ze dan uiteindelijk een paar blokjes opruimen dan doen ze dus wat je wilt 😉  “goed zo! Wat kun jij dat goed zeg, echt knap…” en dan help je zelf even mee. Er een spelletje van maken, helpt ook vaak heel goed, maak het opruimen interessant, maak er een wedstrijdje van, enz. Soms kost het minder energie ervoor te kiezen het op een andere manier aan te pakken dan overal een strijd van te maken. En energie wil je graag opdoen en niet verspillen in je vakantie! En dan heb je daarna weer meer energie om die strijd aan te gaan op dingen die je echt belangrijk vindt en dan neem je de boze bui voor lief. Want dat is dan maar even zo…

 

Voor oudere kinderen, vanaf ongeveer 6 jaar

 

1. Lees de bovenstaande tips, dit geldt vaak ook voor de oudere kinderen!

Eigenlijk gelden de bovenstaande punten natuurlijk gewoon voor alle kinderen. Structuur, hulp bij het kiezen, consequent zijn, voorspelbaarheid, afleiding 😉

 

2.  “Dreig” alleen met dingen die je waar kunt maken.

Tja, eigenlijk is dat dreigen natuurlijk een verkeerde benaming, want als je begint te dreigen ben je eigenlijk al te ver in je eigen emotie en ga je verder in die negatieve spiraal. Maar punt is dat je geen consequenties benoemd die je toch niet doet. Zoals dingen als “anders stuur ik je naar huis”, “dan mag je niet mee naar de efteling”, “de hele vakantie vroeg naar bed”, enz. Kinderen weten meestal heus wel dat je dit toch niet doet, en daarnaast moet je consequent zijn in wat je zegt. Dus als je aangeeft dat een kind naar huis gaat als hij doorzeurt… tja, dan zul je toch na de tweede waarschuwing iets moeten doen. En maar weinig ouders sturen hun kind naar huis vanaf de camping in Zuid-Frankrijk 😉 Geef dus reële consequenties aan, en voer deze ook echt uit! Wees hierin wel reëel met wat je zegt, maak het niet te groot de straf, maar in balans met het ongewenste gedrag. Een dag geen Ipad is bijvoorbeeld goed te doen, maar de hele vakantie geen Ipad/ tv, wordt lastig uit te voeren en is ook meestal geen straf die in vergelijking staat met het gedrag.

 

3. Ga niet in discussie!

Je hebt van die kinderen die meesters zijn in het discussiëren en de “ja, maar…”. Ga hier niet in mee, dit is vaak uitstel gedrag, of een manier van negatief aandacht vragen. Geef duidelijk aan wat je wel of niet wilt, en waarom je dit wilt (dus ook vooral wat je dan wél wilt zien). Bij het doorzeuren, geef nog eens kort aan wat je hebt gezegd en wat de consequentie is van doorzeuren en bij de derde keer voer je dit ook uit. Uiteraard wel gevoelig zijn voor de manier waarop, als een kind wel stopt maar nog zachtjes in zichzelf zegt “en toch vind ik het stom…” is het misschien tijd om even Oost Indisch doof te zijn voor die opmerking; je krijgt wat je wilt. Als een kind door blijft gaan met ja-maren, kun je dit ook na twee/ drie keer gewoon negeren “je weet wat ik hebt gezegd, ik ga er niet verder meer mee in discussie”. Of geef en kind de ruimte zich op een andere manier te spuien. “Ik ga er nu niet verder over in discussie, schrijf alles maar op en dan kunnen we er vanmiddag nog eens naar kijken”. Vaak is de emotie er dan af, en kunnen kinderen zich toch even uiten wat spanningen verminderd.

 

4. Ga niet mee, voel je niet persoonlijk aangevallen.

Zoals eerder al beschreven, ga niet mee in de boosheid, dit is het gevoel van je kind dit mag, maar dan wel even ergens anders. Kinderen kunnen in hun boosheid van alles roepen, uit boosheid, om aandacht te krijgen of om anderen ook boos te krijgen (het is toch fijn als je boos bent als een ander dit ook is, niets zo irritant als een ander rustig blijft ;-)) Voel je dan ook niet persoonlijk aangevallen als kinderen in hun boosheid dingen roepen, dit menen ze niet. Het is niet bedoeld als aanval, of als ondankbaarheid!

 

5. Eén ouder is bezig!

Zorg ervoor dat je met één ouder bezig bent met een kind, ga niet twee-tegen één, dit roept een gevoel van machteloosheid op, en “ze zijn allemaal tegen me”. Dus probeer je er niet mee te bemoeien als je partner een grens stelt bij je zoon of dochter. Uiteraard kun je er wel later nog eens op terug komen wanneer je vindt dat je partner er te streng in was bijvoorbeeld. Maar doe dit later. Stap ook niet extra streng in als je kind niet luistert “doe wat mama heeft gezegd, of anders…” dan geef je eigenlijk aan dat je partner het dus niet alleen kan…

 

Toch nog vragen of boze buien?

Mocht je na dit artikel nog vragen hebben of andere tips willen kun je altijd contact opnemen. Ook als je kind het lastig blijft vinden om te gaan met spanningen of frustraties en snel boos of geïrriteerd is, kan het handig zijn om eens een aantal keer bij de praktijk te komen. De ervaring leert dat in gemiddeld zo’n 4 tot 6 sessies kinderen al beter in staat zijn hun emoties te herkennen en reguleren (uiteraard is elk kind en gezin anders, helaas zijn er geen garanties te geven. Maar wanneer kinderen en ouders samen graag verandering willen en ervoor gaan, is de helft al behaald!). Zie de pagina psychologische hulp of aanmelden voor meer informatie.

vakantie programma RT

RT- vakantie programma

De schoolvakanties zijn begonnen. Voor veel kinderen en hun ouders een goed moment om uit te rusten, te genieten van elkaar als gezin en even weg te gaan.

Voor 6 weken even geen school, of denken aan leren lezen, rekenen en schrijven. Bij veel kinderen neemt in de lange vakantie de opgedane kennis af. Voor kinderen die altijd al goed mee kunnen komen natuurlijk geen probleem, maar bij kinderen die al moeite hebben om het lezen, rekenen of spellen te automatiseren is het vaak een moment waarop de achterstand groter wordt. Voor deze kinderen is het belangrijk om ook in de vakantie te blijven oefenen. Voor andere kinderen is de vakantie juist een periode waarin ze de rust hebben om nieuwe dingen te leren. Wanneer uw kind het hele schooljaar erg zijn of haar best moet doen om mee te komen en bij te blijven hebben ze vaak geen energie en ruimte om zich nieuwe dingen (goed) eigen te maken. De rustigere vakantieperiode is dan een uitgelezen tijd om juist de basis nog een goed te versterken zodat het nieuwe schooljaar meteen goed begonnen kan worden.

RT in de vakantie

Een uurtje in de week RT is voor kinderen vaak niet zo belastend, zeker als dit ze helpt om zelfverzekerder te worden in hun vaardigheden. Profiteer daarom van de rust van de vakantie en neem contact op voor een kennismakingsgesprek. Met name voor kinderen die het niveau vast willen houden of versterken, willen inlopen op tekorten of alvast aan de nieuwe leerstof willen wennen (pre-teaching).

 

Kijk voor meer informatie over de mogelijkheden voor RT in Nijkerk (eo) op de site bij Remedial Teaching

Cito- tekstbegrip training

De basisschoolkinderen hebben de Cito’s weer gehad: in het kader van het leerlingvolgsysteem moesten de kinderen er weer aan geloven. Niet het allerbelangrijkste natuurlijk, maar er hangt vaak toch wel het één en ander  van af: of je pluswerk mag, of extra hulp nodig hebt, wat leerkrachten van je denken te kunnen verwachten, of het kind presteert naar verwachting en later natuurlijk ook de school- en niveau keuze!

Uiteraard zijn kinderen nu eenmaal beter in het ene dan in het andere vak en dat is ook helemaal niet erg.
Maar lastiger, en vooral frustrerender, wordt het als je het wel kúnt en wéét maar dit op de Cito niet laat zien. Misschien is de vraagstelling of werken met multiple choice wel lastig, kun je de teksten niet goed overzien of is begrijpend lezen en tekstbegrip je moeilijke punt… Helaas allemaal factoren waardoor je op álle Cito onderdelen zwakker presteert!

Zonde vindt Boemerang Kids, en ook onnodig, want met de juiste begeleiding is te leren hoe je de Cito toetsen kunt aanpakken en begrijpend kunt lezen!

Als u dit herkent, schrijf uw kind nu nog in voor een bijspijkercursus in of na de vakantie en gun het een goede start in het nieuwe schooljaar!

Brugklastraing brugklas bikkels

Zelfverzekerder door Brugklastraining

Het einde van het schooljaar komt langzaam aan in zicht. Voor kinderen uit groep 8 komt er dan een spannende nieuwe stap aan: de Brugklas!
Zit jij in groep 8, maak je je zorgen over je nieuwe klas en school? Een Brugklastraining kan jou helpen om na de vakantie met zelfvertrouwen en plezier aan deze nieuwe uitdaging te beginnen!
De eerste indruk op een nieuwe school is erg bepalend. De Brugklastraining bij Boemerang Kids helpt je hierbij, zodat je met een goed gevoel aan het schooljaar begint.
In groepjes wordt er gewerkt aan thema’s als:
– vrienden en contact maken
– pesten voorkomen
– lichaamshouding
– sterk denken en helpende gedachtes
– omgaan met moeilijke situaties
– wat veranderd er volgend jaar en hoe ga je om met huiswerk, je agenda
-wat is een goede manier van leren
De brugklastraining is voor alle kinderen in groep 8 die wat extra oefening en begeleiding kunnen gebruiken.
Bijvoorbeeld kinderen die:
– gepest zijn op hun oude school
– weinig zelfvertrouwen hebben of erg onzeker zijn
– opzien tegen de brugklas
– niet zo makkelijk contact maken met leeftijdsgenootjes
In samenwerking met Wijsenzo.com worden de trainingen gegeven en kost 250,- voor 6 bijeenkomsten van 1,5 uur.

Boemerang Kids Nijkerk, praktijk leesproblemen, leerproblemen, psychologische hulp

Waarom heeft Nijkerk een nieuwe praktijk nodig?

Waarom eigenlijk een nieuwe praktijk voor RT en psychologische hulp starten, zijn er al niet genoeg praktijken in Nijkerk? In deze blog zal ik proberen wat meer te vertellen over mezelf en mijn beweegredenen en motivatie om Boemerang Kids te beginnen.

Vanaf het moment dat ik klaar was met mijn studie Orthopedagogiek, in 2009, ben ik aan het werk geweest met het begeleiden en behandelen van kinderen, hun ouders, leerkrachten en andere mensen die invloed hebben op de ontwikkeling van een kind.

Juist in het directe contact met de kinderen en hun omgeving en de laagdrempelig, directe hulp die je zodoende kunt bieden heb ik me altijd erg fijn gevoeld. Elk kind is uniek, net als zijn of haar omgeving en op die manier is de hulpverlening telkens weer een reis die je samen met het kind en zijn ouders/ omgeving maakt. Kinderen zijn vaak erg goed in staat om aan te geven wat ze nodig hebben en creatief in het verzinnen van de dingen die hun wel eens kan helpen. Daarom werk ik ook niet met een vast protocol en hulpverleningsplan, uiteraard wel met de bekende en bewezen effectieve methoden. Er kunnen twee kinderen met allebei ogenschijnlijk hetzelfde probleem worden aangemeld, maar de route en uiteindelijke tools die helpen kunnen weer erg verschillen. Gaande weg een behandeling beweeg je een kant op en ook mee met het kind en zijn ouders, dit maakt het werk erg leuk en afwisselend.

Ook bij de begeleiding van kinderen met dyslexie is de aanpak steeds weer ietsje anders. Uiteraard zet je een hulpplan op en maak je doelen, en is de opzet van een begeleidingsuurtje wel vrijwel hetzelfde. Maar elk kind leert weer op een andere manier, maakt zich stof op een andere manier eigen, is door andere methoden te motiveren; soms een spelletje, een stickersysteem, meer visueel of juist met de computer oefenen. Op die manier heb ik ook veel ervaring in het bieden van dyslexiebegeleiding en RT aan kinderen met een co-morbide stoornis, zoals ADHD of PDD-NOS.

Het welbevinden van een kind is voor mij erg belangrijk en eigenlijk ook een voorwaarde voor hen om tot leren te komen, waardoor de behandeling of begeleiding of dit nu voor Remedial Teaching (RT) of psychologische hulp is, volgens mij moet passen bij het kind en zijn mogelijkheden en interesses. Hierbij ben ik me er uiteraard wel van bewust dat kinderen liever spelen dan bezig zijn met dingen die ze niet leuk of lastig vinden. Dat is dan ook de reden dat ik ouders bij de behandeling of begeleiding van hun kind betrek en probeer te motiveren om sámen bezig te zijn met de oefeningen. Ik geloof erg in het meegeven van huiswerk, ook aangepast aan de mogelijkheden van het kind, maar om ook door de weeks te oefenen en met de stof bezig te zijn. Of dit nu lees- en spellingsoefeningen zijn, of opdrachtjes op sociaal-emotioneel niveau, belangrijk is om (ouder en kind samen, of in ieder geval geholpen door ouders) door de weeks te blijven oefenen.

 

Nu even terug naar het onderwerp van dit blog, waarom een praktijk in Nijkerk beginnen voor Remedial Teaching (RT) en psychologische hulp? Er zijn de laatstejaren veel veranderingen doorgevoerd binnen de jeugdzorg, onderdeel daarvan is enerzijds dat de hulpverlening via de sociale teams of wijkteams gaat, en anderzijds dat er erg wordt bezuinigd op de hulpverlening. Mijns inziens niet de beste verandering, maar dat kan in een ander blog worden beschreven.

Door die verschuiving zijn de aanmeldingen van kinderen met minder complexe hulpvraag sterk gedaald bij de psychologen praktijk waar ik werkzaam ben, de aanmeldingen worden steeds complexer en gaan meer richting de psychiatrie en vroeger tweedelijnszorg. Terwijl mijn hart en kwaliteiten juist liggen bij het helpen van kinderen met de meer enkelvoudige hulpvragen. Deze aanmeldingen verdwijnen nu echter meer, via wijk/sociale teams waarbij er wordt ingezet op preventie en opvoedingsondersteuning, hulp door maatschappelijk werk waardoor de hulp wordt geïndiceerd en overlegd binnen de teams. Hierbij gaat tijd verloren en niet alle ouders vinden het fijn om mensen over de vloer te hebben en dat er wordt meegekeken of ingezet op hun manier van opvoeden. Soms is er gewoon directe hulp nodig voor het kind, om hem of haar sterker, competenter of weerbaarder te maken, minder boos of angstig of zelfverzekerder. Mijn ervaring in de jeugdhulpverlening is dat dingen erg snel veranderen, soms kan de schoolsituaties of het contact met vriendjes al voldoende zijn om weer beter in hun vel te zitten. En daarnaast kunnen 5 weken bijvoorbeeld echt heel lang zijn als een kind hulp nodig heeft. Ouders besluiten meestal nadat er iets is gebeurt wat ‘de druppel’ is, dat hun kind hulp nodig heeft, meer dan een maand wachten op een indicatie van hulp is dan erg lang. Dit terwijl er met de juiste hulp en methodes vaak binnen een korte behandelperiode goed en zichtbaar resultaat te halen is.

Hiernaast wordt de hulp op scholen, in de vorm van RT maar ook dyslexie begeleiding in de zorg (van enkelvoudige ernstige dyslexie) steeds verder ingekort. Klassen worden groter en bevatten vaak meer kinderen die meer aandacht nodig hebben dan vroeger (kinderen met dyslexie, AD(H)D, PDD-NOS, emotionele moeilijkheden), waardoor de behoefte aan externe begeleiding aan kinderen groeit. Hulp in de trant van Remedial Teaching, hulp bij tekstbegrip van CITO’s, hulp bij weerbaarheid of faalangst, buiten school maar ook eventueel binnen school en in overleg met de leerkrachten.

Deze bovenstaande verschuivingen hebben mij gemotiveerd om zelf een praktijk te beginnen. Een praktijk waarbij kinderen zowel voor Remedial Teaching (RT) terecht kunnen als voor psychologische hulp. Omdat ik beide kan bieden en ervaring heb op een breed vlak, kan ik daarbij wat meer bieden dan de RT-praktijken die er al zijn. Zowel de combinatie met sociaal- emotioneel, maar ook doordat ik kennis en vaardigheden heb om kinderen met dyslexie te kunnen en mogen behandelen.

Daarnaast geloof ik dat er meer vraag naar hulp zal zijn dan er wordt aangeboden in Nijkerk. Op het gebied van psychologische hulp zijn er wel praktijken die vergoedde hulp aanbieden, de psychologenpraktijken. Echter zijn er nog geen tot weinig mogelijkheden voor ouders om betaalbare, bekwame psychologische hulp voor hun kind op het niveau van een orthopedagoog zelf te regelen. Buiten de gemeente en sociale teams om, zonder onnodige onderzoeken, vragenlijsten of “labeltjes”.

 

Ik hoop dat ik op deze manier wat meer heb kunnen vertellen over mezelf en mijn motivatie om Boemerang Kids te beginnen.

Nu werk ik nog vanuit huis, in het kantoor dat is klaargemaakt voor begeleidingen en behandeling. Maar verder dit jaar zal er een eigen ingang en ruimte worden gecreëerd achter het woonhuis met een mooie nieuwe praktijkruimte.

 

rots&water

Rots en Water training

Rots en Water training Nijkerk

Intelligentietest in een nieuw Jasje: de WISC-V

Begin dit jaar is eindelijk de nieuwe versie van de meest gebruikte en bekendste intelligentietest “ de WISC” uitgekomen. …

Belonen en beloningssystemen

“Vooral heel veel belonen!” tja, dat horen ouders meestal erg vaak: wanneer ze tegen moeilijkheden aanlopen in de opvoeding …